Op die basis wordt de globale toestand van de batterij bepaald. Hier zijn drie mogelijkheden.
Om te beginnen de zogeheten ‘remanufacturing’. Dat wil zeggen dat de batterij vanwege haar goede tot zeer goede capaciteit opgewerkt kan worden om ze vervolgens als reserveonderdeel opnieuw in een elektrische auto te installeren. Dit concept wordt momenteel nader getest en uitgewerkt.
Ten tweede is er ook wat we ‘second life’ noemen. In dat geval verkeert de batterij nog in een matige tot goede toestand en kan ze nog gedurende jaren een ‘tweede leven’ leiden, maar niet langer in een elektrische auto. Dat kan bijvoorbeeld wel in een flexibele snellaadpaal, in een mobiele laadrobot, een zelfrijdend transportsysteem, een heftruck, thuisbatterij of noodvoeding.
Als laatste is er de efficiënte recycling in de pilootinstallatie van Volkswagen Group Components in Salzgitter, waar alleen de werkelijk versleten accu’s via een mechanisch proces gedemonteerd worden in afzonderlijke fracties, zoals aluminium, koper, kunststoffen en ‘zwart poeder’. Dat ‘zwarte poeder’ bevat de waardevolle batterijgrondstoffen lithium, nikkel, mangaan en kobalt, alsook grafiet. Gespecialiseerde partners gebruiken hydrometallurgische procedés om de verschillende element zuiver te scheiden, zodat ze vervolgens opnieuw tot kathodemateriaal verwerkt kunnen worden.
Frank Blome, hoofd Batterijcellen en -systeem bij Volkswagen Group Components: “We weten dat gerecyclede batterijgrondstoffen net zo efficiënt zijn als nieuwe. Met de teruggewonnen materialen kunnen we in de toekomst de bevoorrading van onze celproductie ondersteunen”.
Volker Germann, CEO van Audi Brussels: “De ontwikkeling van BattMAN ReLife vormt een geweldig voorbeeld van hoe de samenwerking tussen de verschillende merken van het Volkswagen-concern tot grote successen leidt”.